Van Goyen in de trein richting Amsterdam
Tekst door: Fusien Bijl de Vroe – Directeur Vereniging Rembrandt
Op de brug over de Oude Maas hield de trein even stil, vlak bij de plaats waar Van Goyen zijn uitzicht moet hebben gekozen. Door de intercom werd de reizigers tijdens deze stop gevraagd uit het raam te kijken. Om zo het bijna onveranderde gezicht op Dordrecht, 350 jaar na Van Goyen, te kunnen zien. En daarna in de ‘museumcoupe’ het schilderij zelf
Olieverf op paneel,
Lang gelden, zo beginnen veel sprookjes, kwam een schilderij de collectie van het Dordrechts Museum binnen. Gezicht op Dordrecht, geschilderd door Jan van Goyen, als bruikleen gegeven door het Rijk en afkomstig uit de voormalige Goudstikker Collectie. Maar de onverwachte vraag van de schoondochter van Goudstikker dit schilderij alsnog te restitueren werd gehonoreerd. En zo leek na vijftig jaar bruikleen een blijvend gat geslagen in de collectie.
Maar sprookjes horen goed te eindigen. Peter Schoon weigerde dit schilderij te lagen gaan en dronk thee met de schoondochter om zijn zaak te bepleiten. Niet alleen omdat dit schilderij een van de beste werken van Van Goyen is, waarin hij zo ongeveer het blijvend beeld van Holland lijkt te hebben uitgevonden, maar vooral omdat nu het dit riviergezicht in Dordrecht niet kon worden gemist. En zo ontstond een schijnbaar onmogelijk opdracht, Peter kreeg zes maanden de tijd – met een eigen aankoopbudget van 75.000 euro – de overeengekomen prijs van 3,5 miljoen euro te vinden.
Geef Dordrecht zijn gezicht terug, zo startte Peter op 12 maart 2008 zijn pleidooi. Er werd een loterij georganiseerd – de Van Goyen dateert van 1651 – en iedereen in de stad kon een lootje kopen, van 16,51 euro van 165,10 euro of meer. De stad kwam vol te hangen met affiches, een reeks bedrijven uit Dordrecht deed mee, de stad gaf een garantie.
Het sprookje liep goed af. Het bedrag werd gevonden en zes maanden later vertrok het Gezicht op Dordrecht nog eenmaal uit Dordrecht, per trein, op een zegetocht richting Amsterdam, waar het getoond werd als grote liefde van Dordrecht in de lustrumtentoonstelling 125 Grote Liefdes van de Vereniging Rembrandt. Om het museum na terugkomst in Dordrecht nooit meer te verlaten.
Maar het sprookje duurt voort. Want deze onmogelijk geachte aankoop werd een aankoop van alle inwoners van de stad, die zich meer dan ooit verbonden voelden met elkaar, met de stad waar zij woonden, met het Gezicht op Dordrecht als verbindende schakel. Met elkaar en voor elkaar verzamelen verbond toen en verbindt tot op de dag van vandaag.